Dit is een ontzettend frisse en vullende salade. Het gerecht wordt vaak geserveerd als meze (Midden-Oosterse tapas) of als bijgerecht. Ik vind hem ook heerlijk voor de lunch.
De basis in traditionele gerechten is van bulghur, een glutenvol graan. Die heb ik vervangen met quinoa om het glutenvrij te maken. Ook heb ik de tomaatjes uit traditionele recepten vervangen door granaatappelpitjes. Ik heb zelf namelijk een intolerantie voor tomaten. In het recept staan de mogelijkheden voor beiden aangegeven.
Traditioneel serveer je platbrood bij de tabouleh, zodat je hem daarmee kan oplepelen. Verder werkt het perfect in combinatie met bijvoorbeeld falafel of bij gestoofde aubergine met hummus.
Afhankelijk van hoe je het gaat gerbuiken is één schaal genoeg voor een kleine bijgerecht salade voor 4 personen of een lunch voor 1-2 personen.
1 schaal | 20 minuten
Ingrediënten
- 100 g quinoa
- 1 bos peterselie
- ⅓ bos munt
- 1 groene peper
- 1 bosui
- 90 g granaatapelpitjes óf 3 tomaten
- 2 citroenen (liefst biologisch)
Bereiden
1. Kook de quinoa. Volgens de aanwijzingen op de verpakking. Koel de quinoa vervolgens af. Ik spoel hiervoor de quinoa af onder koud water om het proces te versnellen. Daarna laat ik de quinoa nog even een minuutje uitlekken op een droge theedoek.
2. Maak de vulling. Hak ondertussen de peterselie inclusief de steeltjes (behalve de hele dikke taaie steeltjes) en blaadjes van de munt heel fijn. Verwijder de zaadlijsten uit de groene peper en snijd de peper samen met de bosui in fijne halve ringetjes. Doe alles wat je fijn hebt gesneden samen in een grote kom. Als je tomaten gebruikt, verwijder dan de vochtige zaadlijsten en snijd in kleine blokjes. Doe de tomaten, of de granaatappelpitjes als je die gebruik ook in de kom. Rasp vervolgens de schil van de 2 citroenen boven de kom en voeg het sap van 1 citroen toe aan de kom. Als je geen biologische citroenen gebruikt, was ze dan voor het raspen even extra goed onder de kraan.
3. Serveer. Voeg ook de afgekoelde en uitgelekte quinoa toe aan de kom. Meng goed door en breng op smaak met zout en peper – proef goed! Eventueel kan je nog wat extra citroensap toevoegen van de tweede citroen. Het geheel moet een sappige, licht zurige en vooral lekker frisse salade zijn.
Eet smakelijk!