De Indiase keuken leent zich perfect voor diëten zonder gluten, zuivel, soja en suiker. Deze smaakvolle curry is daarop geen uitzondering. In plaats van rijst serveerde ik hem met quinoa. Als je niet tegen quinoa kunt, is rijst een goede vervanger. Erbij serveer ik een verfrissende komkommerraita (yoghurt saus), voor wat tegenwicht tegen de volle currysmaak. Het kost wel wat voorbereiding en stooftijd om te maken, maar dat is het wat mij betreft zeker waard.
2 personen | 65 minuten + 6 uur marineren
Ingrediënten
- 1 el chilivlokken
- 1 el paprikapoeder
- 3 tenen knoflook
- 1 cm gember
- 1 tl komijnzaad
- 1 tl zwart mosterdzaad
- ½ kaneelstokje
- 3 zwarte peperkorrels
- 1 el appelciderazijn
- 1 el kokosolie
- 350 g varkensstoofvlees
- ½ tl kurkuma
- 2 el kokosolie
- 1 ui
- 100 g kokosyoghurt
- ⅓ komkommer
- 120 g quinoa
- Koriander & munt, ter garnering
Bereiden
1. Bereid het vlees voor. Vijzel of pureer alle ingrediënten t/m de 1 el kokosolie tot een gladde currypasta. Snijd het vlees in stukken van 3 cm. Doe het in een kom samen met de currypasta, de kurkuma en een halve theelepel zout. Meng goed door. Zet minimaal 6 uur in de koelkast om te marineren.
2. Maak de curry. Snipper de ui en bak tot hij glazig is in de 2 el kokosolie in een pan met een dikke bodem. Voeg het vlees, inclusief marinade toe en bak rondom bruin. Doe er een scheutje water bij en laat het geheel zachtjes stoven met de deksel op de pan. Laat minimaal 45 minuten pruttelen.
3. Maak het gerecht af. Kook ondertussen de quinoa volgens de verpakking gaar (15-20 minuten meestal). Rasp de komkommer door de kokosyoghurt en roer goed door. Pluk de blaadjes van de munt en scheur in stukjes. Pluk ook de blaadjes van de koriander, maar laat die heel. Serveer als het vlees klaar is alles bij elkaar.
Shubh Bhojan! (Eet smakelijk!)