Ik ben gek op de Libanese keuken. En zeker op deze wraps! Ik maak ze graag als er bezoek komt in een kleine snack variant. Perfect voor bij een borrel of bijvoorbeeld een spelletjesavond (zie tweede foto, je kan erop klikken). Je kan ze ook groter maken, dan zijn ze als hoofdmaaltijd of als lunch.
De smaken en structuren van de vulling van dit recept zijn fantastisch samen. Zacht en vullend door de bloemkool, knapperig en fris door de wortel en rucola en lekker romig door de tarator.
Tarator is een saus op basis van tahin (sesampasta), citroensap en water. Hij is heerlijk romig. En zeg nou zelf, tarator is toch de mooiste naam ooit voor een saus? Spreek het dan ook vooral hardop uit als je het gerechtje opdient aan tafel, waarbij je de ‘r’ lekker over je tong laat rollen. Succes gegarandeerd.
12 stuks | 60 minuten
Ingrediënten
- 1 grote winter wortel
- 250 ml natuurazijn
- 2 el honing
- 5 zwarte peperkorrels
- 2 laurierbladeren
- 2 cm gember
- ½ bloemkool
- 3 el kokosolie
- evt. 2 tl ras el hanout
- ⅔ portie glutenvrije wrap-deeg
- 200 ml tahin (wit / ongeroosterd)
- sap van ½ citroen + 1 citroen
- 50 g rucola
Bereiden
1. Maak de wortel in. Schil de wortel en schaaf hem daarna in de lengte in dunne plakken. Het beste kun je hier een dunschiller, kaasschaaf of mandoline voor gebruiken. Doe dit in een grote afsluitbare pot. Verwarm de azijn met 250 ml water, 1 tl zout, de honing, peperkorrels, laurierbladeren en in plakjes gesneden gember samen in een pannetje. Verwarm ongeveer 5 minuten goed door, tot alle zout en honing zijn opgelost. Laat een klein beetje afkoelen en giet dan bij de wortel in de pot. Laat minimaal een half uur trekken, maar het liefst langer. Hoe langer je het laat staan, hoe meer smaak er in de wortel trekt.
2. Maak de bloemkool. Snijd de bloemkool in kleine roosjes. Kook die kort 5 minuten in licht gezouten water. Laat uitlekken. Verwarm vervolgens de kokosolie in een koekenpan. Er moet een klein laagje olie in je pan staan. Laat de pan goed heet worden en bak hier vervolgens de bloemkoolroosjes mooi goudbruin in. Het liefst heb je dat alle bloemkool de onderkant van je pan kan raken tijdens het bakken, zodat ze mooi krokant bakken. Eventueel moet je het dus in batches bakken. Laat even uitlekken op keukenpapier en meng de ras el hanout door de bloemkool in een schaal (optioneel).
3. Maak de wraps. Breng in een pan 200 ml water met een scheut olijfolie en wat zout aan de kook. Als het kookt haal je de pan van het vuur en meng je er 200 g rijstmeel doorheen. Laat 10 minuten met de deksel op de pan rusten. Stort het deeg dan op je werkbank en kneed het 7 minuten door. Rol het deeg uit op een met meel bestoven werkblad tot een grote dunne lap en steek hier 12 kleine wraps uit. Bijvoorbeeld met een schaaltje of iets anders dat je hebt liggen. Als ze te klein zijn kun je ze nog wat verder uitrollen hierna. Verwarm een koekenpan tot gloeiend heet en bak hier de wraps in gaar. Keer ze regelmatig om. Ze zijn klaar als ze aan beide kanten mooie bruine plekken hebben en als ze een beetje zijn gaan bollen in de pan. Bewaar de wraps tot gebruik op elkaar gestapeld, ingevouwen in een theedoek.
4. Maak de tarator. Blend ondertussen de tahin samen met het citroensap en ongeveer 100 ml water tot een mooie romige saus. Voeg naar smaak meer water, citroensap en zout toe.
5. Serveer. Leg op iedere wrap 2 slierten wortel, ongeveer een eetlepel van de bloemkool, wat rucola en een dot tarator. Snijd de citroen in 12 partjes en leg die ernaast, zodat iedereen zelf die er overheen kan sprenkelen.
Eet smakelijk!