Elke keer als ik artisjok eet vraag ik me af waarom ik het niet vaker maak. Het is zo lekker. En ik weet niet zo goed waarom, maar het geeft ook een gevoel van luxe. En eigenlijk is het een van de makkelijkste dingen om te maken.
Het werkt goed voor bij de borrel of als voorgerecht. Of onderdeel van de lunch.
24 stuks | 35 minuten
Ingrediënten
- 1 artisjok
- 1 citroen
- 5 el kokosyoghurt
- 1 el gedroogde munt
- snuf zout
Bereiden
1. Maak de artisjok. Verwijder de stam, zodat de artisjok in je pan past. Knijp de citroen uit in de pan en voeg ook de uitgeknepen citroen toe. Vul de pan met water en wat zout tot de artisjok net niet onderstaat. Breng aan de kook met de deksel erop. Na een half uurtje is ie ongeveer gaar. Als je een van de buitenste blaadjes er makkelijk vanaf kunt trekken, is het goed.
2. Maak de saus. Meng alle overige ingrediënten.
3. Eet de blaadjes. Trek steeds een blaadje eraf en doop het in de saus. Met je tanden kun je nu het binnenste vlees van het blaadje schrapen en eten.
4. Eet het hart. Als je bij de binnenste blaadjes komt en er bijna geen vlees meer aan zit, haal je ze eraf. Met een lepel schep je vervolgens de haren eraf die eronder zitten. Nu kom je bij het hart van de artisjok. Maak die schoon, verdeel in stukken en eet ook met de saus.
Eet smakelijk!