Een van mijn herfst favorieten. Met lekkere zoete smaken van de pompoen, rozijnen en kaneel, in combinatie met het hartige van de cavolo nero.
2 personen | 40 minuten
Ingrediënten
- 300 g kipgehakt
- handje rozijnen
- ½ tl kaneel
- ½ kleine pompoen
- scheut witte wijn (kan je vervangen met water of bouillon)
- scheut water
- 200 g cavolo nero (palmkool)
- 1 el olijfolie
Bereiden
1. Maak de ballen. Meng het kipgehakt, rozijnen en kaneel in een kom. Voeg zout naar smaak toe. Vorm kleine gehaktballetjes van het mengsel. Bak ze rondom aan in een pan met olijfolie – een paar minuten aan elke kant. Laat ze nog even staan met een deksel op de pan, zodat ze ook in het midden helemaal gaar worden.
2. Maak de pompoenpuree. Snijd de pompoen in blokjes (of koop ze al kleingesneden). Verhit een beetje olijfolie in een pan en voeg de pompoenblokjes toe. Bak ze op middelhoog vuur tot ze zacht beginnen te worden en lichtbruin kleuren. Blus de pompoenblokjes af met witte wijn tot de blokjes voor de helft onder staan. Laat de pan zonder deksel op het vuur staan, zodat de alcohol kan verdampen. Voeg vervolgens eenzelfde hoeveelheid water toe en laat de pompoenblokjes sudderen tot ze helemaal zacht zijn geworden. Pureer de gekookte pompoenblokjes tot een gladde puree met behulp van een staafmixer of een keukenmachine. Breng op smaak met zout.
3. Maak de cavolo nero. Verhit olijfolie in een pan op middelhoog vuur. Voeg de cavolo nero toe en bak deze gedurende ongeveer 3-4 minuten tot de bladeren zacht worden en licht knapperig aan de randen. Breng op smaak met wat zout.
4. Serveer. Schep wat pompoenpuree op elk bord. Leg de gehaktballetjes op de puree en plaats de cavolo nero ernaast.
Eet smakelijk!